candidate.card.title

candidate.card.description

becomeAMember.title

becomeAMember.description

Who is Who

hello You spend a lot of time with your colleagues but do you really know them?

De Europese bezuinigingsregels: wat betekent het voor jou?

19/04/2024 | FR / NL

Op 12 maart kwam het ABVV op straat om te protesteren tegen de strenge Europese begrotingsregels. Door de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne stonden het economische dictaat op een lager pitje. Nu zijn de bezuinigingen terug van weggeweest. Maar welke gevolgen heeft dit voor de gewone burger? 

Wat legt de Europese unie ons op? 

Concreet wil men met de hervorming die op tafel ligt het Stabiliteitspact moderniseren. Dit werd eind jaren negentig ingevoerd en stelt dat het overheidstekort van elk land beperkt moet blijven tot 3% van het bruto binnenlands product (bbp) en de staatsschuld tot 60% van het bbp.

Het overheidstekort is het verschil tussen de uitgaven en de inkomsten van een overheid. Dit kennen we ook wel als het begrotingstekort. De staatsschuld is de totale schuld van een land. 

De Europese lidstaten krijgen vier jaar de tijd om deze twee doelen te bereiken. Een land dat kiest voor structurele hervormingen mag er zeven jaar over doen. 

Door deze regels zal meer dan de helft van de Europeanen met deze bezuinigingen geconfronteerd worden. 

Om aan de regels te voldoen zou België € 4 tot 7 miljard per jaar moeten besparen gedurende respectievelijk 7 of 4 jaar. Dit betekent 7 miljard in 2025, 14 miljard in 2026, 21 miljard in 2027 en 28 miljard in 2028.

Om je een idee te geven van wat deze cijfers betekenen: 

28 miljard is:

  • 3 keer het budget voorzien voor ziekenhuizen; 
  • 7 keer de jaarlijkse dotatie van de NMBS; 
  • Meer dan het budget voor onderwijs.

Je begrijpt onmiddellijk dat zo’n besparing een grote impact op ons welzijn zal hebben. 

Wat betekenen deze cijfers op wereldvlak? 

Deze cijfers zeggen natuurlijk niet veel als we ze niet kaderen binnen de Belgische realiteit en vergelijken met onze buurlanden of met andere grootmachten.

Als we kijken naar de mondiale grootmachten, zien we dat hun schuldgraad ruim boven de 60% ligt en nog verder blijft stijgen. 

Hun overheidsschuld daalt niet. Integendeel, ze blijft stijgen. Dat wil ook zeggen dat hoe, als wij moeten besparen en zij niet, er mettertijd een groot verschil zal ontstaan. Een overheidsschuld die stijgt is vaak synoniem van investeringen van de Staat in zijn binnenlandse economie: investeringen in wegen, openbaar vervoer, gezondheidszorg, onderzoek en ontwikkeling (bv. elektrische wagens, hernieuwbare energie,…). Kortom, zaken die een beter welzijn bij de bevolking mogelijk zullen maken en een grotere onafhankelijkheid van landen ten opzichte van hun “concurrenten”. Toekomstkeuzes dus.

Zo komt er wereldwijd een grote ongelijkheid tussen de Europese lidstaten en de rest van de wereld. Europa zal moeilijker kunnen investeren en door de besparingen zal onze koopkracht dalen, wat betekent dat onze consumptie zal dalen. Als de consumptie slabakt, zal de groei ook dezelfde kant opgaan. De binnenlandse consumptie is namelijk een belangrijke factor van onze groei. Kortom, Europa creëert zelf ongelijkheden tegenover de rest van de wereld door zichzelf begrotingsregels op te leggen.

Als Europa niest, zijn het de lidstaten die verkouden worden. De nieuwe regels worden eind april bekrachtigd. In het beste geval zal België zich van stemming onthouden. Slechts vijf landen bevinden zich in een vergelijkbare financiële situatie met die van België. De andere landen, zoals Duitsland, hebben een andere financiële realiteit. De bezuinigingsregels zullen niet dezelfde impact hebben op hun bevolking. 

Onszelf vergelijken met anderen is altijd moeilijk. We hebben niet dezelfde gezondheidszorg, dezelfde openbare diensten of dezelfde sociale voordelen. Sommige landen hebben bijvoorbeeld veel collectieve voorzieningen om hun imago op te poetsen. Dit zijn dingen die er op papier goed uitzien, maar op lange termijn niets oplossen.

Wat is er zo erg aan besparen? 

Wanneer de Europese regels goedgekeurd zullen zijn, zullen ze in Belgisch recht omgezet moeten worden. 

Er zijn drie manieren om de schuld en het begrotingstekort te verminderen: 

  • De inkomsten (= belastingen) verhogen; 
  • De uitgaven (= de voordelen die we genieten) verlagen; 
  • Een combinatie van beide. 

De manier waarop we aan de regels zullen voldoen, zal afhankelijk zijn van de machtsverhoudingen binnen de regering. Rechtse partijen geven aan dat ze het geld eerder zullen halen uit de uitgaven, namelijk de sociale zekerheid zoals de gezondheidszorg of de werkloosheidsuitkeringen. Dit zou onze sociale zekerheid dus nog verder uithollen. Zo stelde Premier Alexander De Croo onlangs dat het werkloosheidsbeleid moest worden verstrengd en de uitgaven voor gezondheidszorg beter moeten worden ‘beheerst’ om tegen 2029 uit te komen bij het doel van 2% van het bbp bestemd voor militaire uitgaven. Je hoeft geen econoom te zijn om te weten dat onze rechten zo zwaar onder druk komen te staan. 

Linkse, progressieve partijen vinden dan weer dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Dit komt neer op een rechtvaardige fiscale hervorming. Het Planbureau berekende bijvoorbeeld dat een belasting op grote vermogens € 4,7 miljard per jaar kan opbrengen. 

Ook daar zullen de verkiezingen dus over gaan: willen we snoeien in onze gezondheidszorg ten voordele van de wapenindustrie? Of willen we een rechtvaardige fiscaliteit waarbij iedereen zijn steentje bijdraagt? Voor ons is de keuze snel gemaakt. Onze koopkracht en ons welzijn zijn prioritair én essentieel voor de economie. Wij willen geen oplossingen op korte termijn die bijvoorbeeld zouden leiden tot de verkoop van Belfius of Ethias. Wij willen investeringsoplossingen om de economie op lange termijn een doorstart te geven: de klimaatovergang, verder doorgedreven onderzoek en ontwikkeling.  

Het idee van een schuldenvrije overheid is trouwens een ideologische overtuiging, geen economische. Overheidsschuld speelt een cruciale rol in het creëren van welvaart en is zelfs een beleggingsinstrument op de financiële markten. Je mag de overheidsfinanciën daarom niet vergelijken met de boekhouding van een gezin of een bedrijf. Het doel van de staat is welvaart voor de bevolking creëren, niet winst. 

Waarom willen wij een sterke sociale zekerheid? 

Vergeet niet wat onze sociale zekerheid allemaal inhoudt: het is een federaal, intergenerationeel systeem van solidariteit. Vroeg of laat zal iedereen ze nodig hebben.

De sociale zekerheid bestaat namelijk uit zeven takken: 

  • Het pensioen dat je krijgt op je oude dag; 
  • De uitkering die je krijgt wanneer je job verliest; 
  • De verzekering in het geval je een arbeidsongeval hebt; 
  • De verzekering in het geval je een beroepsziekte hebt; 
  • De gezinsbijslag, dat is het kindergeld, een bedrag dat je krijgt om je kinderen helpen groot te krijgen, ondanks de regionalisering;  
  • De gezondheidszorgen, namelijk het lidmaatschap bij een ziekenfonds dat tussenkomt in de terugbetaling van medische zorgen, medicatie en je eventueel een uitkering geeft als je door ziekte niet kan werken; 
  • De jaarlijkse vakantie, dat wil zeggen de 20 betaalde vakantiedagen waar iedereen recht op heeft. 

De sociale zekerheid speelt duidelijk een grote rol in ons dagelijks leven. Ook al beseffen we dat misschien niet altijd.

Een sociaal Europa

De BBTK pleit voor een sociaal Europa. Een Europa met een sterk maatschappelijk weefsel, waar niemand in de kou blijft staan, een Europa dat zijn lessen heeft getrokken uit de coronacrisis, dat investeert in zijn industrie, dat zijn bedrijven herlokaliseert, dat investeert in gezondheidszorg en dat migranten degelijk opvangt. We willen geen Europa dat zichzelf strenge regels oplegt en zo haar positie in de wereldeconomie ondergraaft. Vergeet niet dat jouw stem bij de verkiezingen ook hier het verschil maakt. 

Jouw stem telt, maak de juiste keuze!